Ada van der Meulen bezoekt ruim 20 jaar de Westerkerk vanuit Mijdrecht. 

Ik ben hier goed opgevangen 
 
Ruim twintig jaar geleden verhuisden mijn man en ik met onze drie zoons vanuit Amsterdam naar Mijdrecht. De kerk in die plaats was het niet voor ons en iemand wees op de Westerkerk. Dat beviel meteen goed, wij voelden ons daar heerlijk. Mijn man heeft diverse functies vervuld in het diaconaat en als scriba. Hij is helaas verleden jaar overleden. Ik vroeg me af of ik naar de Westerkerk zou blijven gaan. Toen ik er weer kwam, voelde het als een warme deken, ik ben goed opgevangen. Ook in coronatijd ga ik elke week als het mogelijk is. Het is kil in zo’n grote ruimte met 30 mensen. Maar de kerkdienst online volgen via de pc of tablet is niets voor mij. Ik mis wel het napraten over de preek, in de kerk of in het kroegje aan de overkant. Ik draag de Wester een warm hart toe en daarom geef ik aan mijn kerk. 

Albertine Binsbergen begeleidt de kindernevendienst in de Nieuwendammerkerk. 

Kinderen geven vrolijkheid en een frisse kijk op het leven 
 
De Nieuwendammerkerk is een prachtig, eeuwenoud gebouw met een mooi orgel. Ik kom er graag. Ik kerk bewust in mijn eigen buurt en wil er graag aan bijdragen dat iedereen zich er thuis voelt, jong en oud. Daarom begeleid ik nog steeds de kindernevendienst. Ook aan de kerstmusical werk ik altijd mee. Ik vind het een heerlijk gebeuren. Helaas kan het dit jaar niet doorgaan vanwege de coronamaatregelen. Het kinderwerk vindt nu half fysiek, half digitaal plaats. Kinderen maken bijvoorbeeld een filmpje dat vertoond wordt tijdens de zondagochtenddienst. Zo zijn ze er toch een beetje bij en de veelal oudere aanwezigen genieten hier bijzonder van. Het geeft vrolijkheid en een frisse kijk op het leven. Ik ben blij dat ik op een praktische manier mijn steentje kan bijdragen aan de kerk, want vergaderen is niets voor mij. Maar ook een financiële bijdrage vind ik van belang. Zonder geld kan de kerk niet bestaan. Het gebouw, de predikant en de organist die met zijn muziek zoveel kan zeggen. Wil je dat behouden? Doneer! 

Andries Knoeff is regelmatig bezoeker van de Oranjekerk. 

‘Samen luisteren naar muziek en wijze woorden is voor mij heel waardevol…’ 

Voor mij is de zondagdienst in de Oranjekerk een belangrijk moment van bezinning en reflectie binnen mijn drukke leven van alle dagSamen luisteren naar de muziek, de wijze woorden overgedragen door vorige generaties, de rituelen… voor mij heel waardevol 

Onlangs is mijn vader overleden en vervolgens herdacht tijdens een prachtige en waardige dienst. Dan zie je de waarde van een kerkgemeenschap. 

De Oranjekerk is een warme, laagdrempelige kerk waar iedereen welkom is en waar ik mij thuis voel. Door de coronamaatregelen is het gemeenschappelijke  aspect, het gezamenlijk vieren van de dienst en de ontmoeting tijdens het koffiedrinken na de dienst, verminderd. Ook is er nu geen kinderkerk, het avondmaal wordt niet gevierd en veel ouderen durven niet naar de kerk te komen. Een groot gemis en een uitdaging voor de Oranjekerk. 

Ondertussen hebben wij een predikant, koster en organist, moet het gebouw onderhouden worden en worden wekelijks de diensten uitgezonden. Dat zijn kosten die gewoon doorgaan. Daarom is het belangrijk dat iedereen naar vermogen zijn steentje bijdraagtDaarom geef ik aan mijn kerk. Omdat het belangrijk is de Oranjekerk in stand te houden, zeker in deze verwarrende coronatijd 

Flip Noordam is meelevend kerklid in de Muiderkerk. 

‘Omzien naar elkaar vinden wij belangrijk 

Al lang ben ik meelevend kerklid in de Muiderkerk. Door de jaren heen heb ik de band met elkaar als heel waardevol ervaren. Nu, in coronatijd, geldt dat wel heel speciaal. We zien elkaar op zondag veel minder, maar er zijn wel degelijk  onderlinge contacten. We bellen, we zoomen, we nodigen gemeenteleden thuis uit op de koffie, aan de lunch. In het bijzonder hebben we oog voor hen onder ons die het moeilijk hebben, die ziek zijn, die eenzaam zijn. Omzien naar elkaar, dat vinden we heel belangrijk in de Muiderkerk. Graag geef ik mijn financiële bijdrage, om de mooie gemeenschap van de Muiderkerk ook in geldelijke zin te ondersteunen.     

 

Greet van der Krieke gaat soms met haar man mee naar de Oude Kerk. 

‘Ik tel mijn zegeningen…’ 

De kerkklokken op zondagmorgen: zo’n echo van vroeger tijden maar nog altijd klinken ze hier in het centrum van Amsterdam. De Oude Kerk op het Oudekerksplein roept mensen op om ter kerke te gaan. In mijn geval nu geheel en al vrijwillig, er is geen ‘moeten’ meer bij. Vroeger, zittend naast mijn moeder, die lange preek waarvoor één pepermunt niet toereikend was! De orgelmuziek was mooi, mijn moeder zingend een dierbare herinnering. Hier en nu ga ik met enige regelmaat met mijn echtgenoot mee. Maar op zondag loop ik ook graag hard, in de ‘kerk van het ongekorven hout’ om met dr. A. Kuyper te spreken. Vaak kom ik met een vol hoofd, maar eenmaal in die prachtige ruimte vult zij mij met stilte. Is het de verbondenheid met al die mensen die hier ooit ook binnen kwamen? Ik hoor prachtige Bijbelverhalen, af en toe zit ik op het puntje van m’n stoel: ‘Wat gaat dominee hier nu van maken?’ ‘Tel de zegeningen’ echoot ook door de kerk. Niet makkelijk met woorden te zeggen, misschien de geest van alle eeuwen die hier even voelbaar is. Aan het einde dartelt dat prachtige Vater Müller orgel lichtvoetig over ons heen, dan weer vult zij met donderklanken het gewelf, dat is geluk! En dat zomaar gratis? Nee natuurlijk niet! Het kost echt geld en daarom doneren wij. 

 

Hanneke van Laarhoven (47) is regelmatig bezoekster van de Keizersgrachtkerk. 

‘Hier voel ik me thuis, deze plek moet blijven bestaan…’ 

Zo’n acht jaar geleden verhuisden mijn partner en ik van Nijmegen naar Amsterdam. In Nijmegen waren we nauw betrokken bij de kerk en dat wilden we hier ook graag. Dus maakten we een kerkenronde, maar het viel nog niet mee een goede plek te vinden waar we ons thuis voeldenNa de uitvaart van mijn moeder uit die kerk in Nijmegen, ruim drie jaar geleden, besefte ik dat ik toch echt heel graag bij een kerk wilde horenWe gingen met nieuwe moed op zoek en voelden ons welkom in de Keizersgrachtkerk. Een wisselende groep bereidt de vieringen voor. Ik doe daar graag aan mee. Ik hoor er verhalen en ‘tegen-verhalen’ die me aan het denken zetten. 

Ik werk in de zorg. Daarom bezocht ik al heel snel de kerkdiensten niet meer in coronatijd. Wat ik het meest mis, is het zingen en het elkaar ontmoeten. Ik volg de vieringen af en toe online. Hoe mooi het ook is dat dit technisch kan, ik zie uit naar het moment dat we weer in de kerk samen kunnen zijn. 

Het gebouw, de videoapparatuur voor de online diensten, de predikant, cantor en organist, dat kan allemaal niet voor niets. Daarom geef ik aan mijn kerk. Omdat ik het belangrijk vind dat deze plek waar ik me thuis voel, blijft bestaan. 

Helena Vethanayagam heeft een klik met de Muiderkerk. 

‘Ik krijg altijd antwoord…’ 

Ik kom uit Sri Lanka. Toen ik in Amsterdam kwam wonen, ben ik op zoek gegaan naar een kerk. Want ik was gewend naar de kerk te gaan. Ik voelde me meteen thuis in de Muiderkerk. Er was gelijk een klik. Mensen kwamen uit zichzelf naar me toe, heetten me welkom, waren belangstellend. Het mooie vind ik dat ik altijd antwoord krijgt op praktische vragen. Iedereen is bereid te helpen. Maar dat er ook aan mij gevraagd wordt: ‘Wat wil je doen?’ Ik vind het belangrijk voor mijn zoon om bij een kerk te horen. Er worden veel activiteiten georganiseerd, ook voor kinderen en jongeren. In coronatijd bezoek ik nog steeds elke week de kerk. Daarvoor moet je je aanmelden. Het koor bestaat uit vier mensen, wij mogen niet zingen.  

Natuurlijk kost het onderhoud van het kerkgebouw geld, net zo als het organiseren van activiteiten. De Muiderkerk is er niet alleen voor de kerkleden, maar zeker ook voor de buurt. Nieuwkomers, daklozen, ongedocumenteerden… Daarom geef ik voor mijn kerk. Het is heel hard nodig! 

Henrike Klok komt graag in de Noorderkerk. 

‘Een gebouw voor iedereen…’ 

Al bijna 400 jaar is er een huis van God in de Jordaan. Een plek waar mensen God en elkaar kunnen ontmoeten. Als kind rende ik rond in de Noorderkerk en sinds mijn studententijd ben ik hier weer elke week. De Noorderkerk is een prachtig gebouw en een bijzondere plek waar ik graag met mijn gezin kom. Waar ik weer met beide benen op de grond gezet word en ik me verwonder over de liefde en genade van God voor ons en de stad. Het is belangrijk dat er plekken zijn in de stad waar iedereen welkom is en waar mensen leren te geloven en leven. Daarom geef ik voor de kerk. 

Hilda Tomasouw bezoekt al bijna haar hele leven de kerk in Osdorp Sloten. 

Ik kan in de kerk kwijt wat in mijn hart leeft 
 
Vanaf mijn tiende jaar kom ik in de protestantse kerk in Osdorp Sloten. Ik heb het hele samen-op-weg proces meegemaakt. Nog steeds kom ik bekenden van vroeger tegen in de kerk. Ondanks de beperkingen die de coronamaatregels met zich meebrengen, merk ik een gevoel van saamhorigheid. Ik ben onlangs bevestigd als ouderling en ik voelde warmte en oprecht vertrouwen om me heen. Het moment was daar. 
 
Ik ben altijd betrokken bij deze kerk. Zo ben ik weleens voorgegaan in vesperdiensten, heb lezingen en gebeden verzorgd en ga af en toe de ouderenbijbelgesprekskring leiden. Ik kan in dit werk kwijt wat er in mijn hart leeft.  
Ik geef graag voor concrete zaken. Ik vind het fijn als ik weet wat er met mijn geld gebeurt, waaraan het wordt besteed. Ik geef niet omdat het moet, maar omdat ik het nodig vind.

Jan Marten de Vries is cantor van de Willem de Zwijgerkerk. 

Hopelijk mag iedereen snel weer meezingen 
 
Ik ben kerkmusicus van beroep en ruim twintig jaar betrokken als cantor bij de Willem de Zwijgerkerk. Ik ben er toevallig verzeild geraakt. Ik viel een keer in en mocht blijven. Normaal gesproken is onze hele zanggroep eens per maand betrokken bij de viering. Nu is dat maar met vier zangers. De ene keer van alle stemmen één: sopraan, alt, tenor, bas. De andere keer alleen de vrouwen of alleen de mannen. Dat klinkt verrassend mooi. In de kerk staan de stoelen nu los van elkaar op 1,5 meter afstandDat heeft wel wat. Iedereen is alleen gaand, kan niet met zijn buurman of -vrouw praten en heel gefocust op wat er in de kerk gebeurt. Er is meer rust en aandacht. We hebben twee vleugels in de kerk, daarop spelen we nu meer dan anders. We zetten ze soms pontificaal neer, want dat past prima. Alle gewoonten en gebruiken zijn door elkaar geschud. Hoewel ik natuurlijk hoop dat het zo gauw mogelijk normaal is en iedereen weer mee mag zingen! 

Jean Poppes voelt zich thuis in De Binnenwaai. 

Bedankt voor het Licht 
 
Als ik De Binnenwaai binnenkom, voelt dat als thuiskomen. Ik ben ineens blind geworden. Braille is lastig te leren op latere leeftijd. Ik ken gelukkig veel liederen uit mijn hoofd en anders neurie ik mee. Maar ja, we mogen nu toch niet zingen. Ik heb vanmorgen koffie gedronken in De Binnenwaai, dat mag nog wel met een kleine groep. Dat vind ik heel gezellig, daar geniet ik echt van. Het zijn lieve mensen. Deze plek moet blijven bestaan. Ik raak er altijd aan de praat. Dan vertel ik bijvoorbeeld over de tijd dat ik nog roeidin 1972 en een meisje met het syndroom van down mij wilde feliciteren met mijn overwinning. Ze gaf me spontaan drie zoenen, met snottebellen en al. Ook ben ik gevraagd om mee te werken aan een filmpje voor de kerk, dat doe ik graag. Ze weten me altijd wel te vinden. Ik heb nog wat licht in mijn rechteroog. Daar dank ik onze lieve Heer in de hemel voor: ‘Bedankt voor het Licht!’ 
 

Jeanine Vos is betrokken bij de kinderkerk in de Oranjekerk.

Ivind gezelligheid en geborgenheid in de kerk 
 
Toen ik vijf jaar geleden in Amsterdam kwam wonen, bezocht ik de Taizévieringen. Daar ontmoette ik iemand die me enthousiast maakte voor de Bijbelkring van de Oranjekerk. Ik woonde in de Rivierenbuurt, dus dat was mooi meegenomen. Het sprak me meteen aan. Het is een leuke, open groep voor mensen tussen de 25 en 35. We praten over Bijbelverhalen, het geloof, maar ook over filosofische onderwerpen. De Oranjekerk is nu echt mijn kerk geworden en ik ben ook betrokken bij de kinderkerk, KIK. We kunnen nu helaas niet bij elkaar komen, maar we sturen de kinderen af en toe een brief met knutselspullen. Ze maken een foto van het resultaat en appen deze of ze brengen hun kunstwerk naar de Oranjekerk. 
 
Nu we maar met heel weinig mensen naar de kerk kunnen, mis ik de gezelligheid en geborgenheid van het samenzijn. Ik merk meer dan ooit dat dit moet blijven bestaan en daarom geef ik voor de kerk. De predikant, het gebouw, het moet allemaal betaald worden. Paardrijden kost ook geld!

Jesse de Bruin (23) is opgegroeid in de Keizersgrachtkerk. 

‘Hier kan ik mijzelf zijn…’ 

In de Keizersgrachtkerk is ruimte. Ruimte om vragen te stellen, ruimte om te discussiëren, ruimte om persoonlijke verhalen te delen. Ik heb dit zelf ook ervaren. Ik ben gedoopt in deze kerk, ik ben er opgegroeid. Tijdens dat opgroeien was er altijd de vrijheid om mijzelf te uiten. Zo kon ik als tiener meedoen aan het voorbereiden van kerkdiensten: in een groep nadenken over een thema, dat uitwerken naar een dienst en een begroeting of gebed schrijven. Later vond ik ook verdieping in één van de vele gespreksgroepen, waarin we een stukje uit de Bijbel lazen en bespraken. Ik vond dat zo geweldig, dat ik later besloot om theologie te gaan studeren en dat doe ik nu nog steeds. De Keizersgrachtkerk heeft mij gebracht waar ik nu ben. 

Ik geef aan de Keizersgrachtkerk, omdat hier een schat aan inspiratie en zelfontplooiing ligt die ik iedereen zou gunnen. Het is een oase van menselijkheid midden in het stadsleven, waarin je jezelf zomaar voorbij zou kunnen lopen. De Keizersgrachtkerk is een plek waar je de ruimte krijgt om jezelf te ontdekken. 

Jolanda Koers is kinderkerkwerker in De Binnenwaai. 

Ik houd van de veelkleurigheid 
 
Toen ik in de binnenstad woonde, bezocht ik de Westerkerk. Na onze verhuizing naar IJburg, werd dat De Binnenwaai. Zeker met drie kinderen vind ik het prettig en praktisch om een kerk in onze eigen wijk te bezoeken. Al kan dat in coronatijd niet zomaar. Ik kom nu een keer per maand in De Binnenwaai om de kinderkerk te verzorgen. Er zijn dan zo’n 4 tot 6 kinderen. De viering online volgen, komt er niet altijd van. Ik mis vooral de mensen in de kerk en het samen zingen. 
 
Ik geef aan de kerk omdat ik vind dat dat hoort. Ik maak er gebruik van en ik vind deze zingevingsplek belangrijk voor IJburg. Ik houd van de diversiteit en veelkleurigheid, de aandacht voor de LHBT-gemeenschap. Iedereen mag er zijn!

Kees van Lewe (72) is kerkrentmeester van de Regenbooggemeente 

‘Ik ben graag voor de kerk bezig’ 

Vanmorgen heb ik met een paar anderen de kerstboom in ons kerkgebouw De Ark gezet. Geen kunstkerstboom, maar een echte van 3,5 meter hoog. Dat is fijn om te doen. Ook breng ik het kerkblad rond. Die tijd geef ik graag aan de kerk.  

In deze coronatijd zijn we op zondag maar met een handjevol mensen in de kerk: de predikant, iemand uit de kerkenraad, een paar zangers en ik. De viering wordt online uitgezonden. Als het me aanstaat, kijk ik. Er zijn veel ouderen die het technisch niet voor elkaar krijgen om de dienst te volgen.  
 Ik mis het samenzijn, de samenzang, de preek en het koffiedrinken. We organiseerden eens per maand een lunch. Ik haalde dan boodschappen, het zat altijd vol. Ik kijk ernaar uit dat dat weer kan! 

Kristel van der HorstFaber bezoekt de Regenbooggemeente. 

‘Kerkzijn is oefenen in gemeenschap…’ 

Op momenten van persoonlijke vreugde en verdriet merk je dat er in de kerk een traditie van omzien naar elkaar bestaat. Zelfgemaakte kaartjes, zondagse bloemeneen luisterend oor, een mooi gedicht Zo zijn wij onlangs voor het eerst vader en moeder geworden en waren er zoveel mensen uit de gemeente, maar ook uit de buurt, die deelden in onze vreugde door een kaartje te sturen. Hartverwarmend! Deze betrokkenheid is er ook juist wanneer het niet zo goed met mensen gaat. Nu we elkaar vanwege corona niet zoveel ontmoeten, is een klein gebaar als een kaartje extra van betekenis. Met onze kerk willen we een gastvrije plek zijn, waar ook rand- en niet-kerkelijken kunnen meedoen, bijvoorbeeld met een buurmaaltijd, gesprekskring of burendag. Langzaam maar zeker ontstaat ezo een gemixte buurgemeenschap die omziet naar elkaar. Het ontroert mij dat wij deel uit mogen maken van zon gemeenschapHet stimuleert mij om, ondanks alle drukte die er vaak is, ook even aan een ander te denkenKerk wordt daarmee een oefenplek voor mensen die Christus willen volgen, heel klein, heel praktisch, heel alledaags.  

Lennard Winters woont vlak bij de Elthetokerk. 

Ik mis het koffiedrinken na afloop van de dienst 
 
Ik zocht online naar een bijbelgroepje en vond die in de Elthetokerk. Nu woon ik daar ook nog eens heel dichtbij. Ik vind dat mooi, een kerk bezoeken in de wijk waar je woont. Zo kun je met de kerk iets betekenen voor je buurt. De Elthetokerk is heel vaak open, de koffie staat klaar en er is altijd wel iemand. Er vinden allerlei activiteiten plaats zoals een tekenclub en kinderopvang. Elke avond is er een meditatiemoment. Ik vind het fijn om er op zondagmorgen met gelijkgestemden enigszins georganiseerd samen te komen. 
 
Nu in coronatijd mis ik dat. En zeker ook het koffiedrinken na afloop. Een groet, een glimlach. Online werkt dat voor mij niet. Al is het technisch gezien prachtig, ik voel geen verbinding. Ik geef aan de kerk om mogelijk te maken wat daar gebeurt. Een plek om ‘thuis’ te komen en je huis kost toch ook geld?! 
 

Leonard Rebel draagt graag bij aan de Jeruzalemkerk. 

Ik voel me steeds meer verbonden met deze gemeente…’ 
 
Ik kom uit een christelijk gezin en kreeg het geloof met de paplepel ingegoten. Via een goede vriendin – nu mijn vrouw – kwam ik in de Jeruzalemkerk terecht en de predikant sprak mij bijzonder aan. Vanuit Oost bezoek ik deze kerk in West nog steeds. Sinds de geboorte van ons dochtertje, draai ik mee in de creche en schenk ik koffie. Op deze wijze lever ik een kleine bijdrage aan de kerk. Maar ik draag ook bij in materiële zin. Ik voel me steeds meer verbonden met deze gemeente. Ik neem deel aan een gesprekskring over geloofsbeleving en leer steeds meer mensen kennen. Helaas vindt deze kring nu online plaats. Een van de onderwerpen was: gaven geven aan je kerk. Het is mooi en goed om daar met elkaar over te praten. Mijn conclusie: geven aan de kerk naar vermogen, dat hoort er gewoon bij. 

Leonore Döderlein is bezoekster van de Nieuwendammerkerk.

‘Ik voel me betrokken bij de gemeenteleden en de activiteiten…’

Ik voel me thuis in de Nieuwendammerkerk. Ik voel me verbonden met en betrokken bij de gemeenteleden en activiteiten. Door de kerk kan ik mijn geloof optimaal beleven en heeft de kerk bestaansrecht, ook in deze tijd. Daarom geef ik voor mijn kerk.

Vroeger bezocht ik met mijn moeder de Huizumerkerk in Leeuwarden, dicht bij het Erasmushiem waar zij de laatste jaren van haar leven woonde. Ik ben actief als vrijwilliger. Ik ben drie dagen per week overblijfjuf en ik volg de 3-jarige TVG-cursus (Theologische Vorming Gemeenteleden). Een aanrader! Mijn Nieuwendammerkerk heeft meerdere koren. Helaas zijn de meeste kooroptredens tijdelijk gestopt vanwege de coronamaatregelen. Nu worden er elke zondag vóór in de kerk enkele liturgie-ondersteunende liederen gezongen door drie koorleden. Kosten noch moeite worden gespaard om de kerkdienst bij de mensen thuis te brengen via diverse digitale mogelijkheden. Maar ik geef de voorkeur aan een fysiek kerkbezoek.

Maaike Luttikhuis vindt het heerlijk om te zingen in de Westerkerk. 

‘Als ik zing, vind ik het makkelijk om te geloven...’ 

Ik studeerde in Amsterdam en bezocht verschillende kerken, waaronder de Westerkerk. Ik was op zoek naar een koor en hoorde daar de cantorij. Prachtig! Ik werd lid en vond dat een prettige aanleiding om met regelmaat naar de Westerkerk te gaan. Als ik zing, vind ik het makkelijk om te geloven. Dat is een fijne gewaarwording. Ik heb ook belijdenis gedaan. Sinds ik twee jaar geleden met mijn lief om de hoek ben komen wonen, raak ik steeds meer betrokken bij de Westerkerk. We hopen dat, als corona voorbij is, ons huwelijk er kan worden ingezegend. Dan ga ik heel hard zingen 
 
Ik vind de kerk van belang voor de stad, de wereld en voor mijzelf. Het is fijn dat de Westerkerk haar best doet het Woord levend en de gemeente draaiend te houden. Of dat nu online of fysiek is. Ik geef aan de kerk omdat ik ook iets kost. Zelfs als je de kerk niet bezoekt, worden er administratieve kosten voor je gemaakt. 

Marcia van Lakwijk is betrokken bij de zondagschool van de Bethelkerk. 

Ik kom hier al mijn hele leven 
 
Ik kom al vanaf mijn 2e levensjaar in de Bethelkerk. Eerst samen met mijn ouders. Nu ik verhuisd ben naar Assendelft, kom ik er nog steeds. Ik ken de mensen en voel me er vertrouwd. Mijn man en mijn zoontje zijn hier gedoopt. Ook niet-kerkelijke aanwezigen waren onder de indruk van de woorden van de predikant en kregen een heel ander beeld van de kerk. Een mooie herinnering. Als jongere paste ik op de baby’s in de crèche tijdens de zondagochtenddienst. Sinds een jaar of drie ben ik betrokken bij de zondagschool. De Bethelkerk loopt als een rode draad door mijn leven, het is een bindende factor. Het is een hechte, mooie gemeenschap, de mensen zijn er voor elkaar. Het is belangrijk dat dit blijft bestaan en daarom geef ik voor mijn kerk.

Margot Rijnierse is lid van de kerkenraad van de Nassaukerk.’ 

Een kerk waar engelen uit het dak komen 
 
Toen ik in Amsterdam kwam wonen, ben ik naar veel kerken geweest om te kijken waar ik me het meest thuisvoelde. Dat was de Nassaukerk, aan de rand van de wijk waar ik woon. Er gebeuren daar verrassend mooie dingen. Zo kwam er met kerst een engel uit het dak naar beneden! Geweldig. Er is veel betrokkenheid onderling en met de buurt. Je komt hier de mooiste paradijsvogels tegen. 
Ik ben lid van de kerkenraad. Ik werk en denk ook van daaruit mee over de gang van zaken. Het is bijzonder hoeveel mensen klussen oppakken om – zeker ook nu in coronatijd – elke viering tot een feest te maken. Online hebben we zelfs meer bezoekers dan normaal.  
 
Ik geef aan de kerk omdat ik zie wat het voor mensen betekent. Een plek voor verbinding, om verdriet maar ook hoogtepunten te delen.

Peter Lowie is diaken in de Oude Kerk. 

‘Het zat meteen goed…’ 

Vele jaren geleden bezocht ik samen met mijn vrouw, die helaas overleden is, voor het eerst de Oude Kerk. De cantorij zong, de liturgie sprak ons aan en het is een fascinerend mooi gebouw. Het zat meteen goed. We zijn in de Oude kerk getrouwd, onze kinderen zijn hier gedoopt en mijn vrouw is vanuit deze kerk begraven. De Oude Kerk loopt als een rode draad door mijn leven. Het gebouw is nu een museum. De moderne kunst schuurt soms. Maar om met Sytze de Vries te spreken: Waar nog de wolk gebeden hangt, van wie zijn voorgegaan. Dat voel je direct als je binnenkomt. Ik geniet ook van het licht dat door de ramen valt. Prachtig! Ik volg de dienst in deze tijd soms online, maar dat is voor mij toch surrogaat. Gelukkig kan ik af en toe fysiek aanwezig zijn als diaken. Ik heb dan een functie tijdens de viering, maar ook daarbuiten. Zo zamelen we warme kleding in voor inloophuis De Kloof en ik kook daar af en toe. Waarom ik voor de kerk betaal? Omdat ik iets meemaak dat voorbereid is, ik profiteer daarvan. Daar moet je iets voor over hebben. 

Piety Bos komt regelmatig in de Nassaukerk. 

Ihoor graag wat er met het geld gedaan wordt 
 
Ik ben een regelmatig bezoekster van de Nassaukerk. Ik ben van huis uit gewend naar de kerk te gaan. Je moet er zelf wat van maken. Ook nu in coronatijd kan ik gelukkig aanwezig zijn bij de viering. Ik ben ook lid van het ‘welkom-heten groepje’. Laatst heb ik in dat kader pakjes bezorgd, dat vind ik prima om te doen. 
 
Ik geef aan de kerk voor het onderhoud, papier, muziek, het schilderwerk, de verwarming. Dat kost allemaal geld. Ik merk dat ik het wel fijn vind te horen wat er precies met het geld gedaan wordt en hoe zaken in de kerk betaald worden. Zoals die prachtige bossen bloemen voor in de kerk bijvoorbeeld of de bijdrage in het offerblok voor de Lindehof voor chronisch zieke kinderen in de Jordaan, waar ik vrijwilliger ben.

Richard Rood voelt zich welkom in de Noorderkerk. 

‘De kerk is voor mij een gemeenschappelijk thuis…’ 

Lange tijd heb ik het geloof op enige afstand gehoudenIk durfde de stap niet te zetten. Maar na enkele emotionele gebeurtenissen in mijn levenben ik actief op zoek gegaan naar een manier om dichter bij God te komen. Een tv-interview van Andries Knevel met onze oud-predikant Paul Visser bracht mij richting de Noorderkerk. Ik heb kennis gemaakt met de predikanten en ben er catechisatie gaan volgen. Op eerste pinksterdag van dit jaar mocht ik belijdenis doen en ben ik door dominee Johan Visser gedoopt. Voor alle betrokkenen een dag om nooit te vergeten. Deze kerk heeft mij een plaats gegeven om te verdiepen en om verder te groeien in het geloof. In de Noorder voel ik mij welkom! Het is fijn om daar met anderen te zijn. Nu nog even beperkt, maar we bidden allemaal voor een betere tijd. Wat moet het heerlijk zijn om iedere week weer naar de dienst te gaan en om uit volle borst te zingen. Steun de kerk, zodat zij haar werk kan doen in deze wereld, zodat zij dienstbaar kan blijven zijn! 

Rie Muller is net gestopt met het kerkenwerk voor de Ark Noord. 

De meeste mensen houden niet van begrotingen…’ 
 
Ik kom al 43 jaar in de Ark Noord. Deze kerk is voor mij dichtbij en vertrouwd. Het was een bloeiende gemeente. Mijn drie kinderen gingen er naar de kindernevendienst en later naar de jeugdclubs. Ik heb er mooie herinneringen aan. Nu gaan we langzaam maar zeker samen met de Bethelkerk. Maar het gebouw is nog steeds van ons en daar is geld voor nodig. Ik heb jaren kerkenwerk gedaan en er net per 1 januari mee gestopt. Zo ben ik onder meer scriba, ouderling en penningmeester geweest. In die laatste functie merkte ik dat veel mensen zeiden als ik met de begroting aan kwam: ‘Daar hebben we niets mee hoor.’ Terwijl het zo belangrijk is voor een kerk. De dominee, organist en het onderhoud van de kerk, het kost allemaal geld. Ook als er minder mensen komen, de kosten blijven.  

Sanne van Heteren komt graag in de Thomaskerk. 

Ihoor hier een ander Verhaal 
 
In mijn studietijd, alweer 15 jaar terug, ging ik mee met een studiegenootje naar de Thomaskerk. Ik verliet Amsterdam, maar kwam er 2 jaar geleden weer wonen. De Thomas heeft een vrijblijvende sfeer en daarom kom ik er graag… en soms ben ik er niet. Maar dat is dus geen probleem. Het voelt nu heel vertrouwd en de inhoud van de viering spreekt me aan. Gelukkig kan ik ook in coronatijd de kerk bezoeken. Want online ben ik snel afgeleid, hoe geavanceerd de techniek ook is. De viering is ten minste iets dat wél door kan gaan en niet over corona gaat. Ik hoor hier een ander Verhaal, vol perspectief. Dat raakt me.  
 
Ik vind het van belang deze plek in stand te houden. Dat moet je niet alleen denken of zeggen, daaraan moeten we ook echt iets doen. 

Sita Heidbuurt is contactpersoon pastoraat van de Bethelkerk. 

‘De kerk betekent voor mij omzien naar elkaar…’ 

Na een proces van jaren samen op weg met verschillende kerken, voelt de Bethelkerk voor mij nu als een geheel. Je gelooft allemaal in dezelfde God. Ik ga graag naar de kerk. Ik ben gastvrouw. In coronatijd schenk ik koffie voor de enkele aanwezigen die een taak in de online kerkdienst hebben. Ook ben ik contactpersoon van het pastoraat. De kerk betekent voor mij omzien naar elkaar in goede en in slechte tijden. Ik breng bijvoorbeeld verjaardagsgroeten rond aan kerkleden boven de 75 jaar, maar ook bij verdriet porberen we iets te laten horen. Soms vragen de mensen me binnen en hebben we een goed gesprek. Nu uiteraard op 1,5 meter afstand en eventueel met mondkapje op. Ook doe ik veel telefonisch. Elke maand organiseren we een maaltijd voor buurt en gemeente. Daar geniet ik van. Waarom ik geef voor mijn kerk? Dat vind ik vanzelfsprekend. Je betaalt de sportschool toch ook als je daar lid van bent! 

Stans Friele doet veel voor de Willem de Zwijger kerk.

‘Ik kijk wat er op mijn pad komt…’

In 2007 ben ik hier komen wonen, bijna naast de Willem de Zwijgerkerk. Ik deed mee aan de gespreksgroep Kerk & Buurt, maar had geen ‘vaste’ kerk. Ik keek gewoon wat er op mijn pad kwam. Ik hielp mee met het organiseren van het jaarlijkse uitje en leerde mensen binnen en buiten de kerk kennen. Ik werd voor de diaconale commissie gevraagd. De kerk kijkt samen met de gemeente wat er gedaan kan worden tegen eenzaamheid en armoede bijvoorbeeld. Ik vind dat leuk en interessant. Ook ben ik betrokken bij het pastoraat. Van daar uit heb ik onder meer in de 1e week van de coronatijd buurtbewoners bezocht en een bloemetje gebracht. Sommige mensen hebben echt niemand meer. Ze wonen nog zelfstandig, maar vergeten steeds meer. Het kost soms even tijd voordat ik hun vertrouwen gewonnen heb en ze de deur voor me open doen. Maar als dat dan lukt, geeft me dat voldoening. Ik denk actief mee met de kerk en kan steeds meer mijn eigen stem laten horen. Dat wordt gewaardeerd. Daar ben ik dankbaar voor.

Truus Oudshoorn is diaken in de Jeruzalemkerk. 

Iedereen doet zijn best het zo leuk mogelijk te houden 
 
In de jaren ’80 van de vorige eeuw, was mijn zus koster in de Jeruzalemkerk. Zo ben ik daar terecht gekomen. Ik woonde in Haarlem, werkte in de zorg in Amsterdam en ging dan naar de avonddienst in de Jeruzalemkerk. Toen ik later naar Oostzaan verhuisde, is het mijn kerk gebleven, al is er geen avonddienst meer. Ik voel me er welkom, je mag zijn zoals je bent. Het is een warm bad. Sinds kort ben ik diaken. In die functie ben ik, ook in coronatijd, vaak in de kerk aanwezig. Ik geef bijvoorbeeld informatie over het collectedoel en stimuleer de mensen om te geven. Ik heb ook wel online gekeken naar de kerkdienstNa afloop kun je dan ‘digitaal’ koffiedrinken. Iedereen doet echt zijn best het zo leuk mogelijk te houden. Ook nu staat de verwarming aan en moet de dominee betaald worden. Daar is geld voor nodig en natuurlijk nog voor veel meer. Daarom geef ik voor mijn kerk.