Hoe wij tegelijk schaap en herder zijn

Terwijl de interpretaties en meningen over de woorden ‘functie elders’ nog natrillen, verschijnt in de media het bericht dat de regering bewust informatie heeft achtergehouden voor de Tweede Kamer in de toeslagenaffaire. Een paar dagen later liggen de geheime notulen van de ministerraad op straat.

Ik denk niet dat ik de enige ben die zich wel eens afvraagt: waar zijn ze nou helemaal mee bezig, onze volksvertegenwoordigers in regering en parlement?

Waar ik ondertussen zelf mee bezig ben is een bijbeltekst: Ezechiël 34. Ezechiël is een profeet: geen waarzegger, maar een ‘zegger van waarheid’ zoals Nico ter Linden profeten ooit zo treffend noemde. En dat is dan ook wat Ezechiël doet. Hij zegt de keiharde waarheid over ‘de herders van Israël’, ofwel: de koningen, de leiders van zijn tijd. ‘O wee, herders van Israël, jullie die jezelf weiden, moeten herders niet hun schapen weiden?

Deze herders zijn dus vooral met zichzelf bezig. Ze eten het vetgemeste schaap, kleden zich met de beste wol en veronachtzamen ondertussen het zieke en zwakke schaap. We kunnen ze makkelijk voor de geest halen, de herders op het wereldtoneel die aan die beschrijving voldoen: leiders die heel goed voor zichzelf weten te zorgen en hun bevolking laten stikken. Letterlijk, omdat ze de ernst van COVID19 ontkennen.

En hoewel wij in ons egalitaire kikkerlandje al heel lang geen herders meer kennen met een dergelijk dictatoriaal profiel, vraag ik het me bij sommige van hen toch wel eens af: ben je nou met het belang van de schapen bezig of… met de peilingen? Heb je oog voor het zieke en zwakke schaap of… focus je vooral op je profilering aan de praattafel bij Op1?

Ben je nou met het belang van de schapen bezig of… met de peilingen?

Zo kijken we naar onze herders: kritisch en dikwijls genadeloos. Daarom vind ik het interessant dat Ezechiël zich, nadat hij de herders ervan langs heeft gegeven, ook richt tot… de schapen: tot jou en mij. Want terwijl die herders met zichzelf bezig zijn, vechten de schapen elkaar de tent uit! Sommige grazen de beste weide af en vertrappen de rest met hun hoeven. Anderen verdringen de zwakke schapen en stoten ze met de horens totdat ze naar buiten gedreven zijn.

Het deed mij denken aan het gezegde: ‘Het volk krijgt de leiders die het verdient…’ Plotseling hoor ik om mij heen de stemmen van schapen die roepen om een keiharde aanpak van fraudeurs, economische vluchtelingen, verwarde mensen op straat die overlast bezorgen… Zijn wij het zelf? Ja, wij zijn het: herder en schaap tegelijk. Maar hoe dan?

Eén die midden in de puinhoop zegt: ‘Hier ben ik’

Er is één herder die volgens Ezechiël die benaming verdient: een die midden in de puinhoop zegt: ‘Hier ben ik, ikzelf. Ik zal vragen naar mijn schapen, ik zal naar ze omzien.’ Wat kenmerkt die herder? Dat hij niet aan de zijlijn blijft staan, maar zichzelf in de strijd werpt. Dat hij zich daar begeeft waar andere herders wegduiken. Dat hij net zolang zoekt totdat hij het verloren en zwakke schaap gevonden heeft. Deze herder komt niet om gediend te worden, maar om te dienen. En laat dat nou net de betekenis zijn van het woordje ‘minister’. Zouden we daar beleid van kunnen maken? Ik hoop het.

Jessa van der Vaart, 1973, is predikant van de Oude Kerk: een plek die haar inspireert omdat er al sinds 1306 gebeden en gevierd wordt. In haar columns lees je over de actualiteit van bijbelverhalen.