Koster Rinze Meetsma: “De kerk hoort gewoon bij ons leven”

Rinze Meetsma (1958) was zelfstandig melkhandelaar in Friesland. Toen dat niet meer ging, werd hij koster in het dorpje Marrum, waar de pont naar Ameland vertrekt. Nu is hij samen met zijn vrouw Tineke alweer zestien jaar koster in Amsterdam.

Toen de kerk in Marrum sloot, solliciteerde Rinze in Amsterdam. ‘De kerk hoort gewoon bij ons leven. Ik wilde koster blijven, maar er waren niet zoveel banen, helemaal niet in Friesland. Nu zitten we hier al weer 16 jaar.’ Rinze en zijn vrouw doen het werk samen: ze hebben allebei een parttime aanstelling.

Van Friesland naar Amsterdam was een hele overgang. ‘Dat hadden we nooit kunnen dromen. De mensen zijn hier wat afstandelijker, er wordt niet meer gegroet op straat. Maar goed, we hebben een functie waarin iedereen ons hier kent. Dat scheelt weer. Als mijn vrouw gaat winkelen zegt ze nog steeds: “Ik ga even het dorp in.” Dat is toch een goed gevoel.’

Als mijn vrouw gaat winkelen zegt ze nog steeds: “Ik ga even het dorp in.”

Koster zijn is tegenwoordig vaak meer dan op zondag de kerk open doen. Kerkgebouwen worden veel verhuurd, en dus is het voor een deel ook een horecabaan. Dat werk geeft Rinze voldoening: ‘Als de mensen om mij heen gelukkig zijn, ben ik ook tevreden.’ Op het moment dat we elkaar spreken zitten we midden in lockdown en ligt bijna al het werk stil. ‘Op zondag worden er alleen online diensten uitgezonden, dat is het wel zo’n beetje momenteel. We maken wat extra schoon en dat soort dingen. Voor ons valt het wel mee, maar vooral voor de ouderen is het wel eenzaam.’

Op de plek waar we zitten, een modern kerkgebouw dat op een mooie manier geïntegreerd is in een appartementencomplex, stond toen Rinze en zijn gezin in Amsterdam kwamen nog een oud kerkgebouw uit de jaren zestig met een kosterswoning en pastorie erbij. Toen hadden ze nog een tuin. Nu wonen ze in een appartement met balkon. Rinze is er de man niet naar om daarover te klagen. ‘Het bevalt nog steeds hier, anders was ik wel weggeweest.’ De kinderen zijn inmiddels uitgevlogen naar Purmerend en Voorschoten. Het echtpaar heeft twee kleinkinderen.

De afbraak van de oude kerk was voor veel mensen een emotioneel moment

Toen het echtpaar in Amsterdam begon kwamen er gemiddeld nog 160 mensen in de kerk. Inmiddels is dat aantal flink geslonken en worden de diensten de ene week in de Opgang en de andere week in de Sloterkerk gehouden. ‘Veel bezoekers wonen er al sinds de bouw van Nieuw Sloten. Het is een enorm stadsdeel, dus door de week komen ze elkaar weinig tegen. Het koffiedrinken na de dienst is daarom een belangrijk moment.’

Wat zijn momenten in de jaren als koster die hem bijgebleven zijn? ‘De afbraak van de oude kerk was voor veel mensen toch wel een emotioneel moment. En de periode waar we nu in zitten. Dat is toch wel ongekend.’

De diensten in de Opgang zijn hier (online) te volgen.

Dit interview is het derde deel in een serie interviews met kosters van Protestants Amsterdam. De andere interviews vind je hier.

Tekst en foto’s: Matthijs Hoogenboom