Cor Ofman, pastor en hulpverlener voor ongedocumenteerden, schrijft boek
  • Berichtcategorie:Archief
  • Bericht gepubliceerd op:20/09/2018
  • Laatste wijziging in bericht:23/02/2022

‘Internationale wijk tussen Weesp en Diemen’
Aan het einde van ons gesprek over zijn boek Zoektocht naar vrijheid, heilige plicht of mensenrecht? vraagt Cor Ofman zich ineens af: ‘Hoe welvarend zou Nederland zijn geweest als we bij onze aankomst in Zuid-Afrika in de zeventiende eeuw niet zo gastvrij ontvangen zouden zijn maar in plaats daarvan waren weggehoond, zoals wij nu reageren op gasten in nood?’

Cor Ofman is onlangs afgezwaaid als diaconaal consulent bij het Wereldhuis: een centrum voor informatie en advies, scholing en cultuur voor mensen zonder verblijfsvergunning van de Protestantse Diaconie Amsterdam. Hij was daarvan medeoprichter. De naam Wereldhuis is ontleend aan een van de laatste geschriften van Ofmans inspiratiebron Martin Luther King. Hij zegt daarin dat onze planeet een wereldhuis is alwaar wij allen, van welke komaf, van welke huidskleur of levensovertuiging dan ook, moeten leren samen te leven. Ofman: ‘Zoals de filosoof Immanuel Kant zegt, heeft ieder mens het recht op een bepaalde plek op aarde te zijn. Zolang je een bepaald respect hebt voor de lokale normen en waarden. Dat respect hebben wijzelf niet gehad in de landen die wij gekoloniseerd hebben. Ik denk dat we daarmee een bepaalde schuld hebben opgebouwd.’

Wereldhuis
‘Zelf ben ik voorgeleefd in barmhartigheid. Door mijn ouders die begaan waren met anderen, maar ook mensen die begaan waren bij de situatie waarin mijn ouders verkeerden. Mijn vader werd toen ik zes was getroffen door een hartaanval. Destijds was er nog niet zoiets als een uitkering. Mijn moeder ging werken en van familie op het platteland kregen we regelmatig eten toegestopt, inclusief het verplichte bloemetje, ik heb daardoor nog steeds een hekel aan dahlia’s. Je bent aan de ene kant afhankelijk van anderen en aan de andere kant is het je opdracht om het beste van je leven te maken, de kansen die je krijgt te benutten. Ik herinner me dat mijn basisschoolleraar me weleens meenam naar zijn huis en vrouw. Ze gaven me niet alleen te eten, maar hij zag ook mijn talenten en stimuleerde me om verder te kijken dan de MULO waar een jongetje uit een familie als ik toe voorbestemd was. Zo zijn er gedurende mijn leven altijd personen geweest die me de goede kant op hebben gestuurd. Het heeft me in de loop van mijn carrière geïnspireerd om daar zelf ook gestalte aan te geven, mensen een richting aan te wijzen om verder te komen. Het Wereldhuis was daar de laatste exponent van.’

Barmhartigheid kun je organiseren
‘Waar staan we nu nog voor als mensheid? Mag je elkaar nog aanspreken op de universele mensenrechten, ontstaan na de Tweede Wereldoorlog? Als je de mensen kleinerend wegzet, zoals Annabel Nanninga deed door bootvluchtelingen te betitelen als “dobbernegers” dan neem je levens niet serieus. Al te gemakkelijk kun je uit het oog verliezen waar je zelf vandaan zou kunnen zijn gekomen. Eleanor Roosevelt – drijvende kracht achter de universele rechten van de mens – zei: “Mensenrechten beginnen in het klein (niet te ontdekken op de wereldkaart).” Wanneer je het verhaal van iemand kent, verdwijnt de onwetendheid en daarmee de angst. Dan ga je over je nieuwe buren denken: deze kinderen kun je toch niet terugsturen naar Afghanistan?’

Halsema’s utopie
‘Voor de toekomst ben ik voorzichtig optimistisch. Ik zie groeiende compassie. Takecarebnb is daar een mooi voorbeeld van. Een stichting die potentiële gastgezinnen met een kamer koppelt aan statushouders, die wachten op een eigen huis. Op kleine schaal leren mensen elkaar kennen en wordt het integratieproces bespoedigd. Op grote schaal hoop ik dat er snel iemand opstaat die er voor opkomt dat je anderen niet mag onthouden wat je jezelf toeeigent. Dat is voor Amsterdam hopelijk Femke Halsema. In een van haar bundels opperde ze een vrijstaat te willen stichten tussen Syrië en Jordanië. Een gemeenschap waar vluchtelingen het lot in eigen hand kunnen nemen en zelfbestuur hebben. Dat zie ik ook voor me, maar dan hier in Amsterdam waar alle mogelijkheden daartoe al liggen. Tussen Weesp en Diemen kan een internationale wijk ontstaan, waar zowel mensen met als zonder een Nederlands paspoort bijdragen aan een inclusieve stad. De basis ligt er al met het pas opgerichte Amsterdam City Rights, een groep die met verschillende initiatieven solidaire verbindingen wil laten ontstaan. In zo’n wijk zou ik graag willen wonen. Het is een plek, zoals de filosoof Levinas me leerde, waar ik de persoon kan zijn die ik wil zijn door de ander die mij aanziet.’

Cor Ofman schreef over zijn werk voor ongedocumenteerden het boek Zoektocht naar gastvrijheid, Heilige plicht of mensenrecht? Uitgegeven door Dabar-Luyten. Aan de hand van zijn ervaringen verkent hij de heilige boeken en de opvattingen van theologen, filosofen, sociologen en beleidsmakers over gastvrijheid en het omgaan met de vreemdeling.

Kerk in Mokum – september 2018
Tekst: Guido Attema