Predikant Martijn van Leerdam: “Ik kan helpen om stil te staan”.

Martijn van Leerdam wordt gedreven door nieuwsgierigheid. Je hoort het in zijn preken en leest het in zijn tweets. Die zijn altijd maatschappelijk geëngageerd. Zo kan hij een preek beginnen met een vertelling over het ontstaan van Osdorp. Het meest nieuwsgierig is hij naar mensen. En liefst de vreemde vogels onder hen.

Nieuwsgierigheid was het ook die Martijn dreef om theologie te gaan studeren. Hij wilde weten wat de reden was waarom mensen iedere zondag weer naar de kerk gaan. In 2010 werd hij dominee in Maassluis en sinds 2017 woont hij met zijn vrouw en dochtertje in Amsterdam. Hij is predikant de Protestantse Gemeente van Osdorp Sloten die de ene zondag kerkt in de Opgang in Osdorp en de andere zondag in de historische Sloterkerk in Sloten.

Waarom ben je predikant geworden?

‘Ik vertel daar altijd twee verhalen over. Het eerste verhaal is het hoogdravende, het tweede het nuchtere. Waar zal ik beginnen? Eerst maar het hoogdravende. Ik heb altijd een brede belangstelling gehad. Ik kwam van jongs af aan in de gereformeerde kerk van Schipluiden en ik vroeg mij al jong af: dit kan toch niet alles zijn? Er moet hier iets achter zitten en dat wil ik uitzoeken.

Wat is de reden dat mensen zondag in, zondag uit in een stoet naar de kerk komen, luisteren naar zo’n verhaal en meezingen? Om dat te ontdekken ben ik theologie gaan studeren. Tijdens mijn studie heb ik lang getwijfeld of ik dominee zou worden, maar het is toch de logische beroepsuitgang en gaandeweg kreeg ik het vertrouwen dat ik in dat ambt iets zou kunnen bijdragen.’

En het nuchtere verhaal?

‘Het nuchtere verhaal is dat ik zeventien was en echt geen idee had wat ik moest doen. Ik wilde rechten studeren en psychologie en geschiedenis en sociologie en filosofie, maar dat kon natuurlijk niet allemaal tegelijk. Theologie heeft één groot voordeel: het heeft van al die wetenschappelijke disciplines iets.

We kwamen wel in de kerk, maar waren niet heel fanatiek

En bovendien schrok ik er niet voor terug om iets anders te doen dan anderen. Ik kom niet uit een domineesgezin. We kwamen wel in de kerk, maar waren niet heel fanatiek. Al mijn leeftijdgenoten met wie ik opgroeide zijn bij de kerk weg. Als ik geen theologie was gaan studeren ik misschien ook wel.’

En welk verhaal is nu waar?

Met een glimlach: ‘De echte motivatie ligt ergens in het midden.’

Ben je erachter gekomen waarom mensen naar een kerk blijven gaan?

Na een lach: ‘Het blijft raadselachtig. Soms is het de macht van de gewoonte. Maar ik heb wel een reeks motieven gezien die mensen drijft om te zoeken en om dat samen te doen. Eén daarvan is heel simpel: gewoon de kracht van gemeenschap. De kerk is en blijft een hele goeie plek om mensen te ontmoeten.

De kerk is en blijft een hele goeie plek om mensen te ontmoeten

Als je ergens nieuw bent en je kent helemaal niemand, ga naar een kerk en je treft een stel mensen aan die je graag zien komen. Waar heb je dat nou? Een ander motief is dat je zoekt naar de vraag wie je bent. Wat is mijn talent? Waar mag ik op hopen? Dat zijn vragen waar we in de kerk voortdurend mee bezig zijn.’

Wat doet een predikant?

‘Vooral heel veel koffiedrinken. Ik werk met kinderen vanaf het moment dat ze geboren worden – kraambezoek, dopen – en ik werk met ouderen – pas was ik bij iemand die honderdvier werd – en alles ertussenin. En er gaat veel werk zitten in bureauwerk. Het schrijven van mijn preek op zondag, maar ook het beantwoorden van mails, social media, noem het maar op.’

Hoeveel tijd besteed jij aan het voorbereiden van een preek?

‘Ik heb wel eens gelezen dat dominees twaalf uur kwijt zijn aan het voorbereiden van een kerkdienst. Dat haal ik niet, behalve met kerst of Pasen. De ene keer vloeit een preek rechtstreeks uit je vingers en soms zit ik er een hele week op te worstelen en dan denk ik op zaterdag: “Potverdorie, ik ben er eigenlijk nog niet blij mee.” En dan begin ik gewoon opnieuw.’

Wat doe je het liefst?

‘Wat steevast het meeste indruk op me maakt zijn uitvaartdiensten. De meeste mensen maken dat maar eens in de zoveel jaar mee. Ik was vijfentwintig toen ik dominee werd. Ik weet nog dat ik de eerste keer met knikkende knieën voorin de kerk stond en dacht: “Hoe moet ik dit nou in hemelsnaam gaan doen?” Hoe kun je nou in een verhaaltje van tien minuten iemand rechtdoen die tachtig jaar op de aarde heeft rondgelopen?

Een uitvaart begeleiden vind ik relevant en betekenisvol

Ik heb geleerd dat je mensen onwijs kunt helpen als je zo’n afscheid op een goede manier vormgeeft. Want dat is wat je doet als je een afscheidsdienst leidt: je helpt mensen om afscheid te nemen. Soms vind ik het zwaar, maar het heeft wel mijn hart omdat het zo relevant is en betekenisvol.’

Wat kan een dominee betekenen voor een willekeurige Amsterdammer?

‘Ik denk helpen om stil te staan. In Amsterdam gaan de meeste mensen als een speer. Je moet altijd de beste versie van jezelf zijn. Waar een dominee mensen mee kan helpen is hun eigen kwetsbaarheid onder ogen te zien. Ik denk dat dat een hele belangrijke life skill is.’

Waar word jij gelukkig van?

‘Van vreemde vogels die ik ontmoet op straat en in de kerk. Dat is ook één van de leuke dingen aan de kerk trouwens: je komt echt de meest wonderlijke mensen tegen. Nou is niemand natuurlijk helemaal gewoon, maar waar ik de meeste inspiratie aan ontleen is als ik mensen ontmoet die een beetje eigenaardig zijn. Soms kunnen mensen je zo enorm verrassen.’

Kerkgebouw de Opgang aan de Tussen Meer in Sloten

Heb je daar een voorbeeld van?

‘Ik werd laatst benaderd door een Syrische asielzoeker die gevlucht was voor het regime van Assad. Je kon zien dat het een slimme jongen was. In de vier azc’s die hij in zes maanden had bewoond had hij al een aardig woordje Nederlands opgepikt. Hij was in gevaar gekomen omdat hij als journalist kritisch had geschreven over de regering. Ik ontmoette hem in het azc van Osdorp. Een leeftijdgenoot uit een ander deel van de wereld, net zo hoog opgeleid als ik, maar met een totaal ander perspectief. Buitengewoon, zo’n ontmoeting.’

Wat wens jij Amsterdammers toe?

‘Twee dingen. Het eerste is dankbaarheid en het tweede verzet of weerbarstigheid. Voor negentig procent van de mensen geldt dat zij heel dankbaar moeten zijn. We leven in één van de rijkste steden in één van de rijkste landen van de wereld. Ik heb wel eens het gevoel dat we daar niet dankbaar genoeg voor zijn. Elk stuk vuil dat ik op de grond zie liggen leidt mij daarvan af.

En het tweede is dat je je blijft verzetten tegen alle vormen van onrechtvaardigheid. Dat is iets waar Amsterdammers traditioneel goed in zijn. Zie de klimaatprotesten, studenten die zich bemoeien met het beleid van de universiteit, buurtbewoners die zich inspannen voor de leefbaarheid van de wijk. Dat hoef je Amsterdammers niet te leren, maar ik wil het wel aanwakkeren.’

Meer informatie over de Protestantse Gemeente van Osdorp-Sloten vind je op hun website. Wil je online een preek van Martijn luisteren, klik dan hier.

Tekst & foto’s: Matthijs Hoogenboom (communicatie PKA)

Andere interviews in deze serie vind je hier.