‘De Oude Kerk is als een maggiblokje’ – Jessa
  • Berichtcategorie:Archief
  • Bericht gepubliceerd op:19/07/2018
  • Laatste wijziging in bericht:23/02/2022
Ds. Jessa van der Vaart. Beeld RD, Henk Visscher

Kerk-zijn in de rosse buurt
Zelfs binnen, in de koffieschenkerij van de Oude Kerk in Amsterdam, is het geratel van rolkoffers te horen. Ds. Jessa van der Vaart luistert ernaar en zucht. De mooiste kerk van Nederland, zoals zij het gebouw noemt, ligt midden in de rosse buurt

Het monumentale godshuis aan de gracht is in elk geval het oudste nog bestaande gebouw van de stad. In 1306 verrees er aan het IJ een kapel voor zeevaarders. In de Oude Kerk sta je dus op de geboortegrond van Amsterdam. De kerk lag destijds dicht aan het water. „Zo is ook de hoerenbuurt ontstaan”, zegt de predikant van de Oude Kerk. „Zeevaarders komen ergens aan land en hebben dan niet alleen een plek nodig om te bidden, maar ook vrouwen. Dat is de wonderlijke combinatie die je hier treft.”
Op deze doordeweekse ochtend is het relatief rustig op de Oudezijds Voorburgwal. Later op de dag zullen drommen toeristen zich verdringen bij de seksshops, coffeeshops en prostituees achter de ramen.

Pretpark
„Toen ik hier in 2016 predikant werd, schrok ik van de extreem grote aantallen toeristen”, vertelt de vrouwelijke voorganger. „’s Avonds kun je over de hoofden lopen. Deze plek is een pretpark geworden. De mensen die hier wonen, hebben daar last van en de vrouwen achter de ramen ook.” Luidruchtige groepjes mannen joelen naar prostituees, lachen hen uit. Vernederend, vindt ds. Van der Vaart dat. Daarnaast gaat het haar aan het hart dat het gewone dagelijkse leven voor de bewoners van de buurt steeds minder goed vol te houden is.
De Oude Kerk is al sinds begin jaren vijftig in handen van een stichting en in gebruik als museum. De kerkelijke gemeente huurt een deel van het gebouw. „Dat maakt het lastig om een missie voor de buurt te hebben. Want dan wil je het gebouw kunnen openstellen.” Wel onderhoudt ds. Van der Vaart goede relaties met de buurtbewoners.
Op de vraag waar de gemeente voor staat, vertelt ze over het „liturgische profiel” van de gemeente. Muziek en lied nemen een grote plaats in, een cantor-organist en een cantorij dragen bij aan een goede uitvoering. Zo’n hoogliturgische dienst past goed in het gebouw, vindt de predikant. De gemeente maakt ook gebruik van de kerkruimte, zoals op Goede Vrijdag. Terwijl de cantorij een passie zingt, loopt de gemeente door de kerk. Een paar keer onderbreekt de gemeente de passie door het uitspreken van een gebed bij een statie, een bepaald raam of beeld in de kerk. Dan klinkt bijvoorbeeld bij het burgemeestersraam het gebed voor de overheid en bij het Mariaraam een gebed voor Israël.

Maggiblokje
„Je voelt hier de geschiedenis”, zegt ds. Van der Vaart. „Sweelinck ligt hier begraven, Rembrandt liep er rond. De Oude Kerk is als een maggiblokje. Als je haar verdunt, krijg je een enorm grote pan met verhalen.” Op woensdagavond staat de deur onder de toren open voor iedereen die binnen wil lopen. Bezoekers kunnen „eventjes geestelijk bijtanken” of „gewoon tot rust komen.” Wie rond achten in de Oude Kerk is, wordt gratis en voor niets getrakteerd op een repetitie van de Sweelinckcantorij.
Heeft de gemeente op papier 800 leden, het aantal kerkgangers bedraagt gemiddeld 70 per dienst. Ze komen uit alle hoeken en gaten van de stad, zelfs uit Amersfoort en Almere. Een enkeling woont in de directe omgeving van de kerk. Ds. Van der Vaart is er blij mee. „Door die mensen blijven we verbonden met de buurt.”

Met toestemming overgenomen uit het RD van 12-07-2018
Auteur: Eunice Hoekman-van Stuijvenberg
Foto: Henk Visscher